donderdag 8 maart 2012

4. Oudergesprekken

Schrijf na aanleiding van je observaties een kort observatieverslag waarin je antwoord geeft op de volgende vragen.

Toevallige gesprekken:
- Wat heb je gezien/gehoord?
- Wat viel je op?
- Wat deed de leerkracht goed?
- Wat zou jij anders doen?

Er komen vaak na schooltijd nog ouders in de klas om hun kind op te halen (wanneer deze klassendienst heeft), om iets tegen de groepsleerkracht te zeggen of iets te vragen.

Mij viel op dat het contact tussen mijn mentor en de ouders erg goed is. Ouders mogen altijd na schooltijd binnen komen lopen voor een kort gesprekje of om iets te vragen. In vind dat mijn mentor hierin een open houding heeft, er wordt altijd even tijd gemaakt wanneer een ouder komt.

Daarnaast zie ik dat mijn mentor de ouder rustig zijn/haar vraag of probleem laat uitspreken, daarna laat ze merken dat ze begrijpt dat de ouder met deze vraag of dit probleem komt. Ze geeft aan hoe ze dit in de klas ook merkt en wat haar aanpak is.
Ik vind dit een sterke eigenschap van mijn mentor, zij zorgt dat ouders zich op zijn/haar gemak voelen en met hun problemen en vragen durven te komen.

De gesprekken worden vaak nog gevoerd wanneer er andere leerlingen in de klas zijn. Dit is het enige dat ik als tip aan mijn mentor kan meegeven. Zelf zou ik ervoor zorgen dat er op het moment van het gesprek geen andere leerlingen mee kunnen luisteren.

Geplande gesprekken (10-minutengesprekken):
- Hoe had de mentor zich op de gesprekken voorbereid?
- Hoe liep de organisatie?
- Wat deed de mentor goed?
- Wat zou je zelf anders doen?
- Welke vragen kwamen in je op?

Door ziekte kon ik helaas niet bij de 10 min.-gesprekken (27 mrt.) zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten